verloskundigenpraktijk
- ver·los·kun·di·gen·prak·tijk
- samenstelling van verloskundige zn en praktijk zn met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verloskundigenpraktijk | verloskundigenpraktijken |
verkleinwoord |
de verloskundigenpraktijk v / m
- organisatie van waaruit verloskundigen werken; werkruimte van een verloskundige
- ▸ De in financiële nood verkerende IJsselmeerziekenhuizen zijn door de rechtbank failliet verklaard. Het gaat om de ziekenhuizen in Lelystad, Emmeloord, Urk en Dronten en een verloskundigenpraktijk.[1]
- ▸ In de verloskundigenpraktijk van dokter Wang Huixia in het Peking Familie Ziekenhuis is dat al te merken. "Vorig jaar, het Jaar van het Paard, zaten we overvol. Elke maand werden 230 tot 240 kinderen geboren, nu zijn dat er nog 100 tot 150. In mijn agenda voor volgende maand staan grote gaten."[2]
- Het woord verloskundigenpraktijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“IJsselmeerziekenhuizen failliet verklaard” (Donderdag 25 oktober 2018, 10:26), NOS
- ↑ Weblink bron “Rust bij verloskundige door Jaar van het Schaap” (Woensdag 18 februari 2015, 08:42), NOS