verleid
- ver·leid
- [1-3] verleiden zonder de uitgang -en
- vervoeging van verleiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
- vervoeging van verleien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verleiden |
verleid
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleiden
- Ik verleid.
- gebiedende wijs van verleiden
- Verleid!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleiden
- Verleid je?
vervoeging van: | verleiden… |
verbogen vorm: | verleide |
verleid
- voltooid deelwoord van verleiden
vervoeging van: | verleien… |
verbogen vorm: | verleide |
verleid
- voltooid deelwoord van verleien
- Het woord verleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.