• ver·lei·de
vervoeging van: verleiden…
verbogen vorm: verleidee

verleide

  1. verbogen vorm van verleid, voltooid deelwoord van verleiden
vervoeging van
verleien

verleide

  1. enkelvoud verleden tijd van verleien
    • Ik verleide. 
    • Jij verleide. 
    • Hij, zij, het verleide. 
  2. verbogen vorm van verleid, voltooid deelwoord van verleien