• ver·leent hulp
vervoeging van
hulpverlenen

verleent (…) hulp

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen
    • Jij verleent hulp. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen
    • Hij verleent hulp. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hulpverlenen
    • Verleent hulp!