hulpverlenen
- hulp·ver·le·nen
- samenstelling van hulp en verlenen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hulpverlenen |
verleende hulp |
hulpverleend |
zwak -d | volledig |
hulpverlenen
- het helpen van iemand
- Het woord 'hulpverlenen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.