verleent
- ver·leent
vervoeging van |
---|
verlenen |
verleent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen
- Jij verleent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen
- Hij verleent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlenen
- Verleent!
- Het woord verleent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.