Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·koop·re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkoopresultaat verkoopresultaten
verkleinwoord verkoopresultaatje verkoopresultaatjes

Zelfstandig naamwoord

het verkoopresultaato

  1. (economie) hoe veel er van een product verkocht wordt, of hoeveel omzet er is in een winkel
    • De verkoopresultaten van de nieuwe telefoon waren zeer veel beter dan men durfde te hopen. 

Gangbaarheid