verkoelen
- ver·koe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkoelen |
verkoelde |
verkoeld |
zwak -d | volledig |
verkoelen [1]
- onovergankelijk minder hartelijk worden
- overgankelijk koel, koud, koeler maken
- Het woord verkoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkoelen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be