Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·koel·de

Werkwoord

vervoeging van
verkoelen

verkoelde

  1. enkelvoud verleden tijd van verkoelen
    • Ik verkoelde. 
    • Jij verkoelde. 
    • Hij, zij, het verkoelde. 
  2. verbogen vorm van verkoeld, voltooid deelwoord van verkoelen