verkeersleider
- ver·keers·lei·der
- samenstelling van verkeer en leider met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkeersleider | verkeersleiders |
verkleinwoord | verkeersleidertje | verkeersleidertjes |
de verkeersleider m
- (beroep) (verkeer) iemand die lucht-, weg-, trein- of waterverkeer regelt
- De netwerkverkeersleiding (oude benaming: verkeersleiders) delen bij afwijking van de dienstregeling paden (tijd-ruimtecombinaties) toe aan de verschillende treinen en beheren de resterende spoorcapaciteit.
- Het woord verkeersleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkeersleider" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be