verheler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·he·ler
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van verhelen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verheler | verhelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de verheler m
- iemand die gestolen goederen verkoopt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'verheler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verheler" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be