vergroening
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergroening (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·groe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van naamwoord van handeling van vergroenen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergroening | vergroeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het minder schadelijk maken van processen met betrekking tot de leefomgeving; het stimuleren van zaken die de leefomgeving verbeteren
- ▸ Meestal was het een combinatie van wetgeving, vergroening van de belasting, financiële prikkels, voorlichting en (collectieve) vormen van betrokkenheid van burgers en bedrijven.[3]
- ▸ Ten eerste: vergroening van het belastingstelsel; dit thema was erop gericht om de aanschaf van duurzamere consumptiegoederen te stimuleren.[3]
- het planten van meer planten en bomen in een bepaald (stedelijk) gebied
- het verjongen van de bevolking
Gangbaarheid
- Het woord vergroening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ vergroening op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 3,0 3,1 Jacqueline Cramer“Milieu” (2014), Amsterdam University Press , ISBN 9789089647061