vergrendeling
- ver·gren·de·ling
- Naamwoord van handeling van vergrendelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergrendeling | vergrendelingen |
verkleinwoord | vergrendelingetje | vergrendelingetjes |
de vergrendeling v
- iets op slot zetten
- De vergrendeling van de deur vond in alle stilte plaats.
- Het woord vergrendeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.