verfronselen
- ver·fron·se·len
verfronselen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verfronselen |
verfronselde |
verfronseld |
zwak -d | volledig |
- iets wat glad is op een onregelmatige, slordige wijze voorzien van plooien
- Het woord verfronselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verfronselen" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be