ventriloquist
- ven·tri·lo·quist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ventriloquist | ventriloquisten |
verkleinwoord |
de ventriloquist m
- Het woord 'ventriloquist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ventriloquist" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ ventriloquist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be