Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ven·tiel·klep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ventielklep ventielkleppen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ventielklepv / m

  1. klep die als ventiel dient (eigenlijk dubbelop een ventiel is een klep)

Gangbaarheid