velo
- ve·lo
- van Frans vélo, op te vatten als (verkorting) van velocipède [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | velo | velo's |
verkleinwoord |
- Het woord velo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "velo" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ velo op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be