veinzaard
- vein·zaard
- naamwoord van handeling van veinzen met het achtervoegsel -aard[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veinzaard | veinzaards |
verkleinwoord |
de veinzaard m
- vals, oneerlijk persoon
- Het woord veinzaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veinzaard" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be