• vei·lig·heids·pal
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidspal veiligheidspallen
verkleinwoord

de veiligheidspalm

  1. een mechaniek det er voor zorgt dat een vuurwapen geblokkeerd is en dus niet per ongeluk kan afgaan
    • Het nieuwe wapen heeft allerlei moderne slimmigheden. Zo heeft de Sig Sauer een handvat dat kan worden aangepast aan de grootte van de hand, zodat iedereen gemakkelijk bij de trekker kan. Het wapen is voor rechts- en linkshandigen te gebruiken. In de patroonhouder kunnen 15 patronen, tegen 8 kogels in de voorganger Walther P5. Het wapen heeft geen veiligheidspal die met de hand moet worden bediend, maar is na het doorladen direct veilig. Ook handig: het pistool kan niet afgaan als het op de grond valt.[2] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lineke Nieber Stijn Bronzwaer 28 maart 2011