veiligheidsinspecteur
- vei·lig·heids·in·spec·teur
- samenstelling van veiligheid zn en inspecteur zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiligheidsinspecteur | veiligheidsinspecteurs |
verkleinwoord |
de veiligheidsinspecteur m
- (beroep) iemand die erop toeziet dat de veiligheidsvoorschriften goed worden nageleefd
- ▸ De veiligheidsinspecteur van de Turkse rampmijn in Soma was de zwager van één van de managers van het mijnbedrijf. Hij gaf de mijn, waar 2 weken geleden 300 mijnwerkers stierven, in maart nog een ‘perfecte’ score. Dat schrijft de Turkse krant Hürriyet maandag.[2]
- ▸ Frank Wijnveld is al twintig jaar in de voetbalwereld actief als veiligheidsadviseur. Hij ziet de nieuwe richtlijnen als een stap vooruit, maar wijst erop dat eisen aan de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de veiligheidsinspecteurs ontbreken.[3]
- Het woord veiligheidsinspecteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zwager manager inspecteerde Turkse rampmijn” (26-05-2014), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Nieuwe richtlijnen moeten AZ-achtige stadionrisico's voorkomen” (VR 10 JULI 2020), NOS