veiligheidsapparaat
- vei·lig·heids·ap·pa·raat
- samenstelling van veiligheid zn en apparaat zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiligheidsapparaat | veiligheidsapparaten |
verkleinwoord | - | - |
het veiligheidsapparaat o
- het geheel aan personen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het garanderen van de (staats)veiligheid
- Het woord veiligheidsapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.