veerslot
- veer·slot
- samenstelling van veer zn en slot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veerslot | veersloten |
verkleinwoord |
- slot waarin de pal met een veer aangedrukt wordt
- ▸ Bevil dacht slechts dat we daar eens waren gaan kijken en dat het veerslot misschien dicht was gesprongen en ons had opgesloten.[2]
- Het woord 'veerslot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878