• veen·ge·bied
enkelvoud meervoud
naamwoord veengebied veengebieden
verkleinwoord veengebiedje veengebiedjes

het veengebiedo [1]

  1. stuk land dat bedekt is met veen
     En, zo zegt Biesmeijer, andersom kunnen klimaatmaatregelen enorm helpen bij het behouden van de biodiversiteit. "Bossen en veengebied slaan heel veel CO2 op. Als we die behouden is dat ook goed voor de plant- en diersoorten in dat gebied."[2]
     De keileemlaag komt daar zo dicht aan de oppervlakte dat regenwater niet kan wegstromen en er een drassig veengebied is ontstaan.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Een 'Parijsakkoord' voor de natuur: dit is wat ze in Canada willen bereiken” (Dinsdag 6 december 2022, 18:01), NOS
  3. Gemma Venhuizen
    “IJstijden” (2014), Amsterdam University Press  , ISBN 9789089647115