• vass·av·gift
Naar frequentie zeldzaam
m / v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vassavgift     m: vassavgiften
v: vassavgifta  
  vassavgifter     vassavgiftene  
genitief   vassavgifts     m: vassavgiftens
v: vassavgiftas  
  vasseavgifters     vassavgiftenes  

vassavgift, m / v

  1. watergeld
    «Den del av anleggs omkostningene som svarer til en kapitalisering av en sosialt forsvarlig vassavgift dekkes av abonnentene sjøl.»
    Het deel van de bouwkosten dat overeenkomt met de kapitalisatie van een sociaal verantwoord watergeld wordt door de abonnees zelf gedekt.


  • vass·av·gift
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vassavgift     vassavgifta     vassavgifter     vassavgiftene  

vassavgift, v

  1. watergeld
    «Ørskog Vassverk har liksom naboane i sentrum ei årleg vassavgift på 300 kroner.»
    Het Ørskog Vassverk heeft, net als de buren in het centrum, een jaarlijks watergeld van NOK 300.