vaper
- va·per
- afleiding van naamwoord van handeling van vapen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaper | vapers |
verkleinwoord | vapertje | vapertjes |
de vaper m
- elektronische sigaret
- roker van een elektronische sigaret
- ▸ Het Trimbos-instituut waarschuwde drie jaar geleden dat het gebruik van e-sigaretten schadelijker is dan tot dan toe was aangenomen. Ook zouden de elektronische sigaretten voor jongeren een opstapje naar gewone sigaretten zijn. Bovendien rookten veel vapers daarnaast ook nog gewone tabak, aldus het instituut.[1]
- [1] e-sigaret
- Het woord 'vaper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Brancheorganisatie daagt Staat voor rechter om smaakjesverbod e-sigaretten” (Vrijdag 7 april 2023, 21:10), NOS