valutamandje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·lu·ta·mand·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van valuta zn en mandje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valutamandje | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het valutamandje o dim. tant.
- (financieel) groep munteenheden, waarvan het gewogen gemiddelde wordt berekend
Gangbaarheid
- Het woord 'valutamandje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.