valt op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- valt op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvallen |
valt (…) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvallen
- Jij valt op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvallen
- Hij valt op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opvallen
- Valt op!
Gangbaarheid
- Het woord valt op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.