Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • val·stei·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord valsteiger valsteigers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de valsteigerm

  1. een steigervloer die losrakende stukken steen moet opvangen
     Vooruitlopend op de restauratie kreeg het bestuur het dringende advies veiligheidsmaatregelen te nemen. Er werd een valsteiger geplaatst die de losrakende stukken steen moet opvangen. De toegang van de toren bevindt zich daaronder, maar is veilig te gebruiken.[1]
  2. een noodvloer die onder de werkvloer van een steiger is aangebracht om ongelukken te voorkomen voor het geval de werkvloer het begeeft
Synoniemen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Grondvlak” (12-02-2008), Reformatorisch Dagblad
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be