Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • val mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meevallen

val mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevallen
    • Ik val mee. 
  2. gebiedende wijs van meevallen
    • Val mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meevallen
    • Val je mee? 


Gangbaarheid