vakantieliefde
- va·kan·tie·lief·de
- samenstelling van vakantie zn en liefde zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantieliefde | vakantieliefdes |
verkleinwoord |
de vakantieliefde v
- een liefdesrelatie die één vakantie duurt; een liefdesrelatie die tijdens de vakantie ontstaat
- ▸ Toen de twee weer thuis kwamen, bleven ze nog in contact met elkaar. Sophie kocht uiteindelijk voor zo'n 400 euro een ticket naar Amsterdam om haar vakantieliefde op te zoeken. Zes uur na aankomst - Sophie zat inmiddels in een hotel - stuurde Jesse haar een berichtje. Toen werd duidelijk dat ze onderdeel was geworden van een grap. "Hoe kan je zo wreed zijn", stuurde ze nog terug.[1]
- ▸ Op de terugweg naar Parijs zou 'Natalie haar telefoon zijn verloren, en daarmee ook het nummer van haar vakantieliefde. Maar toen bleek ze zwanger te zijn. En daarom zou 'Natalie'zijn teruggekeerd in Mooloolaba, op zoek naar de vader van haar kind.[2]
- Het woord vakantieliefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Jesse wereldnieuws na 'pull a pig': hij hangt, of het nou waar is of niet” (Maandag 9 oktober 2017, 21:06), NOS