Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieland vakantielanden
verkleinwoord vakantielandje vakantielandjes

Zelfstandig naamwoord

het vakantielando

  1. een staat waarnaar men op vakantie gaat
    • Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië zijn populaire vakantielanden voor Nederlanders. 
     Ook TUI heeft vluchten verplaatst. Maar wanneer alle partijen horen of en welke vluchten voor augustus geschrapt moeten worden, weet nog niemand.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Duidelijkheid over vliegvakantie komt met horten en stoten (en rijkelijk laat)” (24 juni 2022), NU.nl