vakantielandje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vakantielandje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• va·kan·tie·land·je

Zelfstandig naamwoord

het vakantielandje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vakantieland

Gangbaarheid

• Het woord vakantielandje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.