vaccinatieronde
- vac·ci·na·tie·ron·de
- samenstelling van vaccinatie zn en ronde zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaccinatieronde | vaccinatieronden vaccinatierondes |
verkleinwoord |
- deel van een vaccinatiecampagne waarbij men een bepaalde doelgroep (opnieuw) vaccineert
- ▸ Minister Kuipers van Volksgezondheid heeft het RIVM en de GGD's de opdracht gegeven een nieuwe vaccinatieronde tegen corona voor te bereiden. In het najaar krijgen waarschijnlijk in eerste instantie kwetsbare mensen een nieuwe herhaalprik aangeboden, schrijft Kuipers aan de Tweede Kamer.[1]
- ▸ Kuipers benadrukt dat er momenteel geen redenen zijn voor een extra vaccinatieronde. Die zullen volgens hem in de loop van het jaar waarschijnlijk wel ontstaan.[2]
- Het woord 'vaccinatieronde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “RIVM en GGD bereiden zich voor op nieuwe vaccinatieronde in najaar” (4 juli 2022), NOS
- ↑ Weblink bron “Alle volwassen Belgen kunnen na de zomer tweede boosterprik krijgen” (06 juli 2022), NU.nl