• ut·set·te
  • Afleiding van het Noorse werkwoord sette met het voorvoegsel ut-.
Naar frequentie 5596
vervoeging
onbepaalde wijs utsette
tegenwoordige tijd utsetter
verleden tijd utsatte
voltooid
deelwoord
utsatt
onvoltooid
deelwoord
utsettende
lijdende vorm utsettes
gebiedende wijs utsett
vervoegingsklasse Klasse 5 sterk
opmerking

utsette

  1. overgankelijk aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven
    «De utsatte møtet på ubestemt tid.»
    Ze stelden de vergadering voor onbepaalde tijd uit.
  • en utsatt prøve
een uitgesteld examen