upgraden
- up·gra·den
- van Engels upgrade ww , in de betekenis van ‘op een hoger peil brengen’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
upgraden |
upgradede |
geüpgraded |
zwak -d | volledig |
upgraden
- overgankelijk ineens op een hoger peil brengen
- ▸ Om mijn stereo-installatie in onze woonkamer te upgraden, sjouw ik nieuwe zware luidsprekers naar binnen.[3]
- Het woord upgraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "upgraden" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ upgraden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "upgraden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Sander Essers“Helaas” (7 maart 2022) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be