• upå·vir·ka
  • Afgeleid van virka, het voltooid deelwoord van virke, met het voorvoegsel u- en met het voorvoegsel på-.

upåvirka

  1. niet beïnvloed, onaangedaan, onbewogen
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud upåvirka mer upåvirka mest upåvirka
o enkelvoud upåvirka
meervoud upåvirka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
upåvirka mer upåvirka mest upåvirka