ukkiepukkie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ukkiepukkie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uk·kie·puk·kie

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ukkiepukkie	ukkiepukkies
verkleinwoord	ukkiepukkietje	ukkiepukkietjes

Zelfstandig naamwoord

de ukkiepukkie m

1. (familie) peuter, klein kind

   • De ukkiepukkie zat bij oma op schoot. 

Synoniemen

1. uk, ukkie, ukkepuk

Gangbaarheid

• Het woord 'ukkiepukkie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.