Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wijk·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitwijkplaats uitwijkplaatsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de uitwijkplaatsv / m

  1. (verkeer) een plaats waar tegemoetkomend verkeer (auto, trein etc.) voor elkaar kan uitwijken op een weg die te smal is voor een passage van meerdere voertuigen tegelijk

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen