Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·stap·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitstapkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitstapkostenmv

  1. geld dat men moet betalen om een overeenkomst te beëindigen
     Voor de EU is aanpassing van het scheidingsakkoord niet bespreekbaar. De EU staat op het standpunt dat er na eindeloos onderhandelen een akkoord tot stand is gekomen en dat het Verenigd Koninkrijk dat niet eenzijdig kan openbreken. In de brief die Johnson eerder deze week naar EU-topman Tusk stuurde, sprak hij nog met geen woord over het schrappen of verlagen van de uitstapkosten.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Johnson dreigt uitstapkosten brexit met 33 miljard te verlagen'” (Zondag 25 augustus 2019, 11:21), NOS