uitspoken
- uit·spo·ken
- samenstelling van uit bw en spoken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitspoken |
spookte uit |
uitgespookt |
zwak -t | volledig |
uitspoken
- iets wat niet in de haak is uithalen
- Wat heeft die kwajongen nou weer uitgespookt?
- Van hogerhand was bevel gegeven dat van nabij poolshoogte genomen moest worden van wat de moffen uitspookten. [1]
- Het woord uitspoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitspoken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Lemaitre, PierreTot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be