uitroeibaar
- Geluid: uitroeibaar (hulp, bestand)
- uit·roei·baar
- Naamwoord van handeling van uitroeien met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uitroeibaar | uitroeibaarder | uitroeibaarst |
verbogen | uitroeibare | uitroeibaardere | uitroeibaarste |
partitief | uitroeibaars | uitroeibaarders | - |
uitroeibaar
- dat het geheel vernietigd kan worden
- Dit misverstand zal altijd blijven bestaan, het lijkt onuitroeibaar te zijn.
- dat alle leden van een groep vernietigd kunnen worden
- Helaas zijn malariamuggen niet uitroeibaar.
- Het woord 'uitroeibaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.