uitrichting
- Geluid: uitrichting (hulp, bestand)
- uit·rich·ting
- Naamwoord van handeling van uitrichten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitrichting | uitrichtingen |
verkleinwoord | - | - |
de uitrichting v
- (natuurkunde) onderdelen van een instrument in de optimale positie plaatsen
- De uitrichting van deze Röntgencamera is een lastige zaak.
- Het woord 'uitrichting' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.