• uit·ge·zet
vervoeging van: uitzetten…
verbogen vorm: uitgezette

uitgezet

  1. voltooid deelwoord van uitzetten
  2. vormt de lijdende vorm
     Na de laatste ronde werden we de bar uitgezet.[1]
     Voor Weppner is die toekomst al aangebroken. Hij kijkt naar de puinhopen in de straten en zegt: "Het gaat hier om de slachtoffers, dat is de echte tragedie. Die gaan hierdoor failliet of worden hun huis uitgezet. Het is een drama. "[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS