Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·spuugd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitspugen…
verbogen vorm: uitgespuugde

uitgespuugd

  1. voltooid deelwoord van uitspugen
    • Hij heeft alles uitgespuugd. 
Synoniemen