tweehonderdeurobiljet

Nederlands

 
tweehonderdeurobiljet
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·eu·ro·bil·jet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdeurobiljet tweehonderdeurobiljetten
verkleinwoord tweehonderdeurobiljetje tweehonderdeurobiljetjes

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdeurobiljeto

  1. (numismatiek) een bankbiljet ter waarde van 200 euro
    • Met een tweehonderdeurobiljet kun je bij de supermarkt niet aankomen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid