tweehonderdentweeënnegentig

Nederlands

0	2	9	2

tweehonderdentweeënnegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdentweeënnegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈtwejəˌneɣə(n)təx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·tweeën·ne·gen·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  tweeënnegentig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdentweeënnegentig

1. "292", langere vorm van tweehonderdtweeënnegentig, tweehonderd plus tweeënnegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdentweeënnegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeënnegentig. 

Synoniemen

• tweehonderdtweeënnegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdentweeënnegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdentweeënnegentigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeënnegentig" ht als linkerdeel

• tweehonderdentweeënnegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdentweeënnegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.