tweehonderdeneenennegentig

Nederlands

0	2	9	1

tweehonderdeneenennegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdeneenennegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈenəˌneɣə(n)təx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·een·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  eenennegentig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdeneenennegentig

1. "291", langere vorm van tweehonderdeenennegentig, tweehonderd plus eenennegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdeneenennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdeneenennegentig. 

Synoniemen

• tweehonderdeenennegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdeneenennegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdeneenennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdeneenennegentig" ht als linkerdeel

• tweehonderdeneenennegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdeneenennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.