tweehonderdenachtenzestig

Nederlands

0	2	6	8

tweehonderdenachtenzestig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenachtenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈɑxtənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·acht·en·zes·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  achtenzestig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenachtenzestig

1. "268", langere vorm van tweehonderdachtenzestig, tweehonderd plus achtenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenachtenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenachtenzestig. 

Synoniemen

• tweehonderdachtenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenachtenzestig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenachtenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenachtenzestig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenachtenzestigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.