tweehonderdenachtennegentig

Nederlands

0	2	9	8

tweehonderdenachtennegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenachtennegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈɑxtəˌneɣə(n)təx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·acht·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  achtennegentig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenachtennegentig

1. "298", langere vorm van tweehonderdachtennegentig, tweehonderd plus achtennegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenachtennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenachtennegentig. 

Synoniemen

• tweehonderdachtennegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenachtennegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenachtennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenachtennegentig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenachtennegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenachtennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.