twee handen op één buik
- verbinding van twee, handen, op, één en buik
- Deze uitdrukking is een variatie op de oudere zegswijzen [1]: twee hoofden in een kaproen (1552), het zijn twee stalbroeders (1552), twee zielen in een lichaam (1532), als twee handen aan een lijf (1698)[2].
- De opvatting dat ze naar de beuk of middenbeuk van een kerk, waar kunstenaars versieringen op aanbrachten, verwijst, wordt niet gestaafd door historische bronnen.
- Voor het eerst aangetroffen in een handboek van 1727. [3]
twee handen op één buik
- het sterk met elkaar eens zijn; twee personen die goed overweg kunnen
- twee billen in één broek
1.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Cornelis van EekeHet CXXXIII. harp-lied.
Toon. Die mind die lijd veel pijn. in: De koninklyke harp-liederen (1698), Cornelis van Hogenhuysen, Amsterdam, p. 444 op dbnl.org
- ↑ Weblink bron Carolus TuinmanNederduitsche spreekwoorden in: De oorsprong en uytlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, tot opheldering der vaderlandsche moedertaal, Deel II (1727), Michiel Schryver, Middelburg, p. 76 op dbnl.org